Ga naar de inhoud
Search
Generic filters
Exact matches only
Search in title
Search in content
Search in excerpt

Als er langere tijd hoogwater is, kan water vanaf de rivier- of zeekant van de dijk door de dijk gaan stromen en aan de binnenkant weer naar buiten komen. Dit water kan zanddeeltjes uit de dijkkern meenemen. Hierdoor verliest de dijk zijn stevigheid, wordt de bekleding van de dijk (denk aan gras of klei) omhoog gedrukt en ontstaan er scheuren en verzakkingen.

Maatregel

Dit faalmechanisme speelt meestal geen grote rol in het bezwijken van de dijk. Er zijn daarom ook geen ingrijpende maatregelen in de omgeving voor nodig. Met minder impactvolle maatregelen kun je het wegstromen van zanddeeltjes uit de dijkkern al tegengaan. Bijvoorbeeld door aan de onderkant van de dijk een drainageconstructie aan te leggen.

(Beeldtitel: 7. Faalmechanisme Micro-instabiliteit.)

ZACHTE LEVENDIGE MUZIEK

Als er langere tijd hoogwater is, kan het water door de dijk gaan stromen,
en dit water komt er dan aan de binnenkant van de dijk weer uit.
Dit heet: kwellen.
Dit kwelwater kan klei- en zanddeeltjes van het talud meenemen,
waardoor het minder stevig wordt.
Het wegstromen van zand en klei uit de dijk kan op twee manieren worden tegengegaan,
namelijk door het plaatsen van een binnenberm tegen dit binnentalud.
Deze berm werkt dan als een filter, waardoor de zand- en kleideeltjes blijven zitten.
Ditzelfde effect kan bereikt worden door het binnentalud minder steil te maken.