Veiligheid berekenen
Rijkswaterstaat en de waterschappen werken aan het veilig houden van dijken. Maar hoe veilig is een dijk, en hoe veilig moet hij worden? Dat bepalen ze met ingewikkelde berekeningen om de veiligheid te berekenen.
Elke dijkversterking is maatwerk
Hoewel dijken op het eerste gezicht misschien vergelijkbaar lijken, heeft elke dijk zijn eigen opbouw en eigenschappen. Ook de krachten van het water op of tegen de dijk zijn overal anders. Sterker nog: de waterveiligheid van dezélfde dijk kan over een lengte van 100 meter al sterk verschillen. Een dijkversterking is dus altijd maatwerk. Er is niet 1 manier om de dijk het best te versterken.
Berekeningen om de waterveiligheidsopgave te bepalen
Om te bepalen wanneer een bepaalde dijk of bepaald stuk dijk veilig genoeg is, maken Rijkswaterstaat en de waterschappen berekeningen. Hiervoor kijken ze niet alleen naar factoren als waterstanden, golven en stroming en opbouw van de waterkering, maar ook naar onzekerheden. Dit zijn bijvoorbeeld de gevolgen van klimaatverandering, de ondergrond en de kans op bodemdaling. Op basis van nauwkeurige analyses bepalen ze welke onzekerheden ze moeten meenemen in de waterveiligheidsopgave.
Hydraulische belasting
Een voorbeeld van een berekening is hoeveel hydraulische belasting een dijk aankan. Een dijk moet bestand zijn tegen hoge golven die tegen of over de dijk slaan. Maar in sommige gevallen is het niet erg als de toppen van de golven over de dijk slaan bij een zware storm. Zolang het water dat over de dijk stroomt maar niet leidt tot een dijkdoorbraak. Ingenieurs berekenen hoe hoog de waterstanden en golven daarvoor maximaal kunnen zijn. Hiermee bepalen ze vervolgens ook hoe hoog en breed de dijk moet worden om veilig genoeg te zijn.
Sterkte van de dijk
Ook over de sterkte van de dijk doen ingenieurs berekeningen. Hoe sterk een dijk is, hangt af van de vorm, de materialen en de ondergrond. Daarom worden daar ook gegevens voor verzameld. Ingenieurs schatten de kans in dat de dijk wegspoelt doordat er water overheen stroomt (erosie), de kans dat de dijk inzakt omdat er teveel water in sijpelt of de kans dat het zand onder dijk wegspoelt.
Toekomstige onzekerheden
Het rekenwerk voor een dijk is hartstikke nauwkeurig, maar de onzekerheden blijven altijd aanwezig. En hoe verder we vooruit kijken, hoe groter ze worden. Door bijvoorbeeld onderzoeken te doen en de nieuwste wetenschappelijke inzichten mee te nemen in berekeningen, proberen we die onzekerheden zo klein mogelijk te maken.