Wanneer is een dijk veilig genoeg?
Veilige dijken zijn niet vanzelfsprekend. Om te zorgen dat ze veilig genoeg blijven, worden ze onderhouden en eens in de zoveel tijd versterkt. Maar wanneer is een dijk veilig genoeg?
Waterkeringen moeten voldoen aan wettelijke normen
Een dijk is voldoende veilig als de kans op overstroming kleiner is dan de wettelijke normen. De dijk moet daarvoor heftige weersomstandigheden en watercondities kunnen weerstaan. Denk aan heftige wind met golven die urenlang aan een stuk op de dijk beuken. Of extreem hoogwater in de rivier, waarbij lange tijd enorme watermassa’s tegen de dijk duwen en waardoor de dijk kan doorbreken.
De normen
De normen voor veilige waterkeringen traden in 2017, via een wetswijziging in de Waterwet, in werking. Grofweg 2 factoren zijn bepalend in die normen:
- Bewonersdichtheid: hoe meer mensen ‘achter de dijk’ wonen, hoe strenger de normen zijn. Afgesproken is dat de kans dat je in Nederland overlijdt als gevolg van een overstroming kleiner moet zijn dan 1 op de 100.000. Ter vergelijking: de kans dat je door een auto-ongeluk om het leven komt is ongeveer 4 keer zo groot.
- Economische waarde: hoe groter de economische waarde van het gebied ‘achter de dijk’, hoe strenger de norm.
Elke 12 jaar beoordelen
Een dijk kan om verschillende redenen achteruitgaan. Daarom houden de waterschappen en Rijkswaterstaat de dijken continu in de gaten. En elke 12 jaar toetsen ze uitgebreid of de dijk nog voldoet aan de wettelijke normen. Daar komt veel technische kennis en rekenwerk aan te pas.