Ga naar de inhoud
Search
Generic filters
Exact matches only
Search in title
Search in content
Search in excerpt

Allerlei belangen wegen mee, maar veiligheid voorop

Veiligheid heeft altijd de hoogste prioriteit bij een dijkversterking. Maar uitsluitend aan de dijk werken, past niet meer in deze tijd. Waterschappen en Rijkswaterstaat hebben ook de opdracht om rekening te houden met andere maatschappelijke doelen. Zoals landschap, natuur, recreatie, kosten, belangen van omwonenden en cultuurhistorie. En dat alles moet natuurlijk wel passen binnen de budgetten.

Werken aan een dijk is daardoor een ingewikkelde puzzel. Want hoe zorg je dat de dijk niet alleen voldoende veilig wordt, maar dat bijvoorbeeld ook het verkeer op de dijk veiliger wordt? Dat ook de aanliggende natuur opknapt? Dat agrarische gronden een betere verkaveling krijgen? Of dat er aandacht is voor monumenten of duurzame ontwikkelingen.

MARK VAN WELZENIS: Wanneer er een dijk bij jou in de buurt
versterkt moet worden, wordt daar niet zomaar aan begonnen.
Eerst moet alles tot op de bodem uitgezocht worden.
En het kan zijn dat jij als omwonende daar wat van gaat merken.
Wat precies? Dat vertel ik je in deze video.

(Het logo van het HWBP. Beeldtekst: Onderzoeken voor dijkversterking.)

Om een dijk goed te kunnen versterken, moet er vooraf van alles worden uitgezocht.
Denk bijvoorbeeld aan de staat van de omliggende huizen, gebouwen en bomen,
de locatie van kabels en leidingen, en de samenstelling van de bodem.
Het waterschap of Rijkswaterstaat
wil met deze onderzoeken zo vroeg mogelijk gaan beginnen.
Want hoe eerder je al deze verschillende onderzoeken hebt gedaan,
hoe eerder je weet welke oplossingen mogelijk zijn.
Wat dit voor een onderzoeken zijn, dat ga ik je vertellen.
Ik licht kort de belangrijkste onderzoeken toe
en vertel daarbij natuurlijk wat jij als omwonende hiervan zou kunnen merken.

(Beeldtekst: 1. Ecologisch onderzoek & boominventarisatie.)

De naam zegt het misschien al een beetje:
bij ecologisch onderzoek wordt er gekeken
naar alles wat er in de omgeving van de dijk groeit en leeft.

(Een vogel staat in het zand.)

De natuur moet namelijk zo min mogelijk verstoord worden door de dijkversterking.
Dit onderzoek wordt uitgevoerd door ecologen.
Zij kijken of er wellicht beschermde soorten dieren en planten aanwezig zijn.
En wanneer deze informatie bekend is,
kan het waterschap hiermee rekening houden.
Naast dat er ecologisch onderzoek wordt gedaan,
wordt er ook altijd goed gekeken naar de bomen die langs het dijktraject staan.
De details van de bomen worden verzameld tijdens een veldonderzoek.
Op basis van deze resultaten wordt beslist
of het ontwerp van de dijk wordt aangepast, of de boom gekapt zal worden.

(Beeldtekst: 2. Bouwkundig onderzoek.)

Een dijkversterkingsproject kan best ingrijpend zijn als je aan de dijk woont.
Wanneer er bijvoorbeeld een constructie moet worden aangebracht,
zoals een damwand, kunnen er namelijk trillingen ontstaan.
En ook het langsrijden van bouwverkeer zou dit al kunnen veroorzaken.
En je wil natuurlijk niet dat deze trillingen schade veroorzaken.
Daarom wordt er vooraf aan een dijkversterking
altijd bouwkundig onderzoek gedaan.
Dat houdt in dat er wordt gekeken naar de staat van de panden
en de bouwtekeningen hiervan.
En wanneer het nodig is, komt er ook een bouwkundig constructeur kijken.
Wanneer jouw huis of pand in aanmerking hiervoor komt,
neemt het waterschap hierover contact met je op.

(Beeldtekst: 3. Onderzoek naar kabels en leidingen.)

Wanneer een dijk versterkt wordt, is de kans groot dat er ook gegraven gaat worden.
Daarom is het heel belangrijk om te weten waar precies kabels en leidingen liggen.
En dit zijn er nogal wat.
Denk aan je telefoon-, gas-, water- en elektriciteitsaansluiting.
Omgevingsmanager Basten Heeg weet daar meer van.
BASTEN HEEG: Een onderdeel van de conditionerende onderzoeken
is ook het onderzoek naar kabels en leidingen:
waar liggen ze? En liggen ze mogelijk in de weg voor een aanstaande dijkversterking?
We staan hier op de dijk bij Ophemert en ook daar hebben we te maken
met kabels en leidingen die in de weg liggen.
De dijk schuift hier een heel groot gedeelte richting de rivier
en dat betekent dat de kabels die in de dijk liggen, daar niet kunnen blijven liggen.
Mocht het verleggen van kabels en leidingen nou leiden tot overlast,
dan zal je hier als omwonende natuurlijk ruim op tijd over geïnformeerd worden.

RUSTIGE MUZIEK TOT HET EIND VAN DE VIDEO

(Op een witte achtergrond staan de logo’s van Waterschap Noorderzijlvest, Wetterskip Fryslân, Waterschap Rijn en IJssel, Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier, Hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard,)

(Waterschap Vallei en Veluwe, Waterschap Amstel, Gooi en Vecht, Waterschap Vechtstromen, Drents Overijsselse Delta, Waterschap Hunze en Aa’s, Hoogheemraadschap van Delfland, Waterschap De Dommel, Hoogheemraadschap van Rijnland, Waterschap Hollandse Delta, Waterschap Rivierenland, Waterschap Scheldestromen, Waterschap Aa en Maas,)

(Waterschap Limburg, Waterschap Brabantse Delta, Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden, Waterschap Zuiderzeeland en Unie van Waterschappen. Rechtsonder in beeld staat het logo van het HWBP, voor sterke dijken.)

Samenwerken met omgevingspartijen is cruciaal én ingewikkeld

Het projectteam van de dijkversterking wil alle onderdelen van een gebied in samenhang bekijken. En dat uitwerken in een integraal plan. Dat vergt intensieve samenwerking met andere overheden, zoals gemeentes, provincies, de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed en Staatsbosbeheer. Al die verschillende overheden zijn namelijk bevoegd gezag voor een deel van de totale planvorming. In voorbereiding op de dijkversterking zoekt het projectteam daarom zo vroeg mogelijk de samenwerking met andere overheden.

Door uiteenlopende planningen, bureaucratie en beperkte budgetten kan die samenwerking best complex zijn. Deze 4 stappen helpen daarbij.

 

(Het logo van het HWBP. Beeldtekst: Onderzoeken voor dijkversterking.
4. Geotechnisch onderzoek)

MARK VAN WELZENIS: Voordat het ontwerp van de versterkte dijk gemaakt kan worden,
moet het waterschap precies weten wat de opbouw en samenstelling
van de ondergrond langs het hele projectgebied is.
Daarvoor wordt geotechnisch onderzoek gedaan.
Zo’n onderzoek wordt vaak gedaan
door middel van sondering, boring en geofysisch onderzoek.
Bij sondering wordt een lange buis in de grond gedrukt
om de weerstand van de grond te meten.
Om de samenstelling van de grond te onderzoeken, worden boringen gedaan.
En bij geofysisch onderzoek wordt van boven de grond
met elektromagnetische metingen de bodemopbouw onderzocht.
En ten slotte wordt er bij geotechnisch onderzoek ook bovengronds gekeken,
namelijk naar de dijkbekleding, en waar bestaat deze uit?
En is deze nog stevig genoeg?
Al de resultaten van deze onderzoeken worden meegenomen
in het ontwerp van de dijk.

(Beeldtekst: 5. Archeologisch onderzoek.)

Het kan ook zijn dat er in de bodem archeologische resten zitten.
Het doel is om archeologische resten in de bodem te behouden en te beschermen.
En daarom is het belangrijk dat er van tevoren wordt uitgezocht
of er eventuele archeologische resten in de grond zitten.
Dat gebeurt eerst via bureauonderzoek,
en eventueel via proefmonsters op plekken waarvan verwacht wordt
dat er archeologische vondsten gedaan kunnen worden.
Als er daadwerkelijk resten worden gevonden, worden deze opgegraven.
Maar het kan ook zijn dat deze blijven liggen
of dat het dijkontwerp hierop wordt aangepast.
Bijvoorbeeld als er resten van een groot gebouw worden gevonden, zoals een burcht.
Die resten zijn vaak te groot om helemaal bloot te leggen,
en moeten natuurlijk niet de betrouwbaarheid van de dijk beïnvloeden.

(Beeldtekst: 6. Milieuhygiënisch onderzoek.)

Een van de soorten bodemonderzoek is milieuhygiënisch onderzoek.
Hierbij wordt er gekeken of de bodem vervuild is.
Als er bijvoorbeeld voorheen een akker lag,
dan kunnen er nu bestrijdingsmiddelen in de bodem zitten.
Op basis van bureauonderzoek
wordt waar nodig op verschillende plekken de bodem onderzocht
door er monsters van te nemen.
Deze monsters worden naar een laboratorium gestuurd.
Hier kunnen ze vaststellen in welke mate de grond verontreinigd is.
Is de grond schoon, dan kan hij hergebruikt worden.
Is de grond vervuild, dan moet hij verwerkt worden door een gespecialiseerd bedrijf.

(Beeldtekst: 7. Cultuurhistorisch onderzoek.)

Bij cultuurhistorisch onderzoek wordt gekeken
naar hoe het landschap vanuit vroeger is ingericht,
hoe dat nu nog herkenbaar is en hoe het gewaardeerd wordt.
Denk bijvoorbeeld aan middeleeuwse kavelvormen
of belangrijke monumentale panden rondom een dijk.
Het cultuurhistorisch onderzoek bestaat deels uit bureauonderzoek
en deels uit veldonderzoek, waarbij een cultuurhistoricus het gebied bezoekt.
Aan de hand van deze informatie wordt bepaald of er een bepaald gebied,
of elementen in het gebied, in stand moet worden gehouden
door de ontwerpers van de dijk.
En zo wordt ervoor gezorgd dat de identiteit van een gebied aanwezig blijft.
Zoals je hebt gehoord en gezien in deze video,
zijn er dus flink wat dingen die onderzocht moeten worden.
En met al die onderzoeken is de kans groot dat jij als omwonende op en om de dijk
wat mensen aan het werk zal zien voordat de realisatie gaat plaatsvinden.
Wil je nou meer weten over onderzoeken bij jou in de buurt,
kijk dan op de website van jouw waterschap.

(Aldus Mark van Welzenis. Het Nederlandse wapenschild met daarnaast: Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat.)

RUSTIGE MUZIEK TOT HET EIND VAN DE VIDEO

(Op een witte achtergrond staan de logo’s van Waterschap Noorderzijlvest, Wetterskip Fryslân, Waterschap Rijn en IJssel, Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier, Hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard,)

(Waterschap Vallei en Veluwe, Waterschap Amstel, Gooi en Vecht, Waterschap Vechtstromen, Drents Overijsselse Delta, Waterschap Hunze en Aa’s, Hoogheemraadschap van Delfland, Waterschap De Dommel, Hoogheemraadschap van Rijnland, Waterschap Hollandse Delta, Waterschap Rivierenland, Waterschap Scheldestromen, Waterschap Aa en Maas,)

(Waterschap Limburg, Waterschap Brabantse Delta, Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden, Waterschap Zuiderzeeland en Unie van Waterschappen. Rechtsonder in beeld staat het logo van het HWBP, voor sterke dijken.)

Jouw inbreng maakt verschil

Ook als bewoner of andere belanghebbende kun je zorgen voor meer samenhang en integraliteit in een dijkontwerp door invloed uit te oefenen. Je kunt brieven sturen, bestuurders aanspreken of inspreken op officiële vergaderingen van het waterschap of de gemeenteraad. Telkens weer blijkt dat de inzet, passie en vasthoudendheid van bewoners en belanghebbenden leidt tot meer integrale besluiten en uiteindelijk een beter ontwerp. Je inbreng is daarom van groot belang.